Tja….., als je die Brexit-soap een beetje volgt had je al zo’n idee, maar gelukkig is er ‘The Economist’ om het netjes en toch volkomen dodelijk op te schrijven: “Brittain is governed by a self-involved clique that rewards group membership above competence and self-confidence above expertise.” En als hoopvolle kerstgedachte voegt het weekblad er aan toe: “This ‘chumocracy’ has finally met its Waterloo.” [1]
Deze kliek kon – aldus deze heraut van vrijheid en liberalisme, sinds 1843 – aan de macht komen doordat het oude establishment veranderde in een nieuwe politieke klasse, die vaak wordt geroemd als triomf van de meritocratie. In de praktijk combineert deze ontwikkeling echter de slechte kanten van het oude systeem, zoals introvert groepsdenken, met het verlies van de goede kanten van het oude systeem, zoals terughoudendheid en beleefdheid.
Geldt dit alleen voor het Verenigd Koninkrijk? The Economist werkt niet echt uit wat de oorzaken zijn van deze ontwikkeling. Zelf heb ik daar wel wat gedachten bij. Dat deze kliek rond lieden als Boris Johnson, Nigel Farrage en Michael Gove zijn einde vindt, is niet van groot belang. Belangrijker is dat dit Waterloo juist een symptoom is van het succes van de neo-liberale utopie die ons de afgelopen 30 jaar in zijn greep heeft gehouden. We hébben de samenleving ingericht als een markt. Vanuit de fictie dat individuele nutsmaximalisatie altijd leidt tot de beste collectieve resultaten, hébben we patiënten omgevormd tot zorgconsumenten, hébben we leerlingen en studenten én zelfs (soms analfabete) asielzoekers omgedoopt tot leer-consumenten, hébben we (de solidariteit in) het zorgverzekeringssysteem opgeblazen door focus op pakketten met specifieke inhoud voor specifieke doelgroepen en hébben overheden zich omgevormd tot diensten-leverancier aan-, in plaats van de gezamenlijke uitdrukking ván alle burgers. Nu dat succes zijn voltooiing nadert, blijkt de utopie een dystopie. Door burgers tot consumenten te bombarderen met de vraag ‘what’s in it for me?’ permanent op de lippen, hebben we vooral een uittocht vanuit de samenleving georganiseerd naar….., ja naar wat eigenlijk? Naar ieders hoogst persoonlijke ‘ik-je’, (zo lang het ‘goed voelt’) aangehaakt bij andere ‘ik-jes’ in een relatie, in een gezin, in een familie en met vrienden, soms bij sportclub, vereniging en – steeds minder – bij de kerk, maar met altijd de ‘exit’-knop onder handbereik. De sámen-leving is leeg geworden en vervangen door een heel complexe archipel van eilandjes waar we elkaar af en toe treffen. Bij gevolg is de basis voor recrutering van verstandige en integere mensen die verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen voor zoiets ingewikkelds als het besturen van een land, van een groot bedrijf, van ziekenhuizen, zorginstellingen, woningcorporaties, steeds kleiner geworden. En ligt de weg dus open voor avonturiers die de politiek, het bedrijfsleven, de zorg, het onderwijs beschouwen als het domein voor hún individuele nutsmaximalisatie. De voorbeelden daarvan zien we helaas allerminst alleen aan de andere kant van de Noordzee.
Nu de voltooiing van de neo-liberale droom nachtmerrie-achtige consequenties blijkt te hebben, is het tijd om terug te gaan naar waar het echt om gaat: de emancipatie van onszelf als autonome, betrokken en loyale dragers van de samenleving als geheel. Dat was het kernmotief van de grondleggers van het liberale- en later ook het sociaal- en christendemocratisch gedachtengoed. Als je bedenkt dat de meeste van onze voorouders een kort en naar leven hadden, dom en arm gehouden door een kleine kliek, dan zijn we met die emancipatie ver gekomen. Maar er is nog veel te doen: binnenslands en daarbuiten. Verdere ‘ikkificering’ draagt daar niet aan bij. Dat we de afzonderlijke actor, organisatie, bedrijf, kortom de afzonderlijke ‘ik’ beschouwen als de basiseenheid van de samenleving is niet meer dan een gedachtenconstruct. Dat kunnen we vervangen door een ander construct. Stel dat we de ‘verbinding’ tussen actoren nu eens gaan beschouwen als de basiseenheid van de samenleving. Stel dat we als norm stellen dat die verbinding ‘waardevol’ moet zijn, dat wil zeggen steeds voor de betrokkenen een ‘plus’ moet opleveren. Tot welke nieuwe patronen van emancipatie in samenleven zou dit kunnen leiden?
‘Waardevol verbinden’ het lijkt een vrome kerstgedachte. Maar wat mij betreft is het een operationeel programma voor 2019 en daarna om de kwaliteit en werkplezier binnen bedrijven not-for-profit’s en overheden te vergroten, budgetten te beheersen, ons algemeen welbevinden op peil te houden. Daarmee komt onze emancipatie verder en dalen de kansen van de ‘chums’. Vooruit dus en tegelijkertijd terug naar 1843 toen James Wilson ‘The Economist’ oprichtte als zijn bijdrage in “een keiharde strijd tussen intelligentie, die vooruitstreeft, en een verachtelijke, angstige onnozelheid die onze vooruitgang in de weg staat.”[2]
[1] Ik heb het ook op moeten zoeken: het woord ‘chumocracy’ bestaat niet, maar het woord ‘chum’ wel. Het betekent ‘kameraad’. Geen slechte creativiteit van The Economist.
[2] Met dank aan de Wikipedia