“We geven nog evenveel geld uit aan de ggz, maar het gaat alleen niet meer op aan zorg, maar wordt voor een groot deel besteed aan administratie. Intussen lopen verwarde mensen vast ‘in de systeem wereld die de zorg is geworden”
Zo begint de ingezonden brief van Edith Boeker uit Ooststellingwerf in Trouw van 1 maart 2018, mooi geschreven en met een verschrikkelijke inhoud. “Het heet kostenbeheersing”, maar het “zijn de manieren van de financiële wereld dwingend opgelegd aan de hulpverlening. (..) Het is echt heel erg wat er gaande is onder met name de kleinere zorgaanbieders in de ggz, thuiszorg en logopedie. Het zijn niet alleen verwarde mensen die daarop stuk lopen.”
Waarom?
Waarom doen dit zo? Waarom laten we patiënten in de kou staan, maken we professionals tot administrateurs, die de hulpverlening erbij moeten doen, verliezen we het zicht op de (geestelijke) gezondheid van de bevolking als geheel en laten we de kosten doorgroeien? Het antwoord: omdat we het systeem niet goed genoeg hebben bedacht.
Staatszorg, daar geloven weinigen in, dus…. Dus hebben we bedacht dat we een ‘markt’ moeten organiseren. In een markt is er een duidelijke relatie tussen genieten en betalen. In een beschaafd land is dat in de zorg nou bij uitstek niet aan de orde: wie ziek is moet worden geholpen, ongeacht of hij er voor kan betalen. Van welke invalshoek je ook kijkt: de zorg is geen markt, maar een voorziening. Als je dan toch ‘marktje’ wilt gaan spelen kan dat alleen maar als je heel veel ‘marktmeesters’ gaat aanstellen die erop toezien dat iedereen zich aan de regels houdt en dus geen ‘knollen voor citroenen’ verkoopt. Zo eindig je met een stoet aan instanties die moeten bewaken of de zorgverleners de juiste kwaliteit tegen de juiste prijs bieden en dat betekent: protocollen bijhouden, targets realiseren en op de juiste (per instantie natuurlijk verschillende) manier rapporteren en declareren. Oh ja…. en ook er op toezien dat zorgaanbieders niet te veel samenwerken en zo de concurrentie beperken.
Is er dan geen alternatief? Ja, dat is er. Hoe je het wendt of keert: de zorg is een voorziening, die met premies en belastinggeld wordt betaald. De overheid kan dus niet net doen of het een markt is, met zich zelf als én marktmeester én financier én kwaliteitsbeoordelaar. Tegelijk: de zorg ís niet van de overheid. Het is een voorziening voor ons allemaal, te realiseren door professionals die daarvoor als regel lang en goed zijn opgeleid met een hele hoge morele standaard.
Deventer
Het alternatief voor ófwel staatszorg, ófwel een semi-marktzorg is: gezond verstand. Gestructureerd overleg tussen alle partners die met verschillende invalshoeken en verschillende expertise aan het werk zijn. En dan bedoel ik écht aan het werk. Geen bureaucraten of beleids- en directie-bobo’s, maar praktijkexperts die samen aan de gezondheid van concrete patiënten werken. In februari werd op een congres in Utrecht over integratie van 1e en 2e lijn gerapporteerd over het ‘Aan Tafel’ initiatief van huisartsen, specialisten, directies en verzekeraars in Deventer. Wat bleek: ze waren er een paar avonden gestructureerd voor gaan zitten om de obstakels te verkennen die goede samenwerking op gebieden als hart-en-vaatzieketen en botontkalking in de weg stonden. Na wat stoom te hebben afgeblazen, bleken struikelblokken in de onderlinge samenwerking eigenlijk heel snel op te lossen. Niet door hele ‘fancy’ dingen te bedenken op kosten van de verzekeraar, maar door met oplossingen te komen die eigenlijk zich zelf betalen.
Gezond verstand
Gut, wie had dat gedacht: door gewoon de mensen bij elkaar te zetten die er verstand van hebben, ontstaan oplossingen voor problemen die lang onoplosbaar leken. En het wordt niet duurder, maar goedkoper. Goede zorg: een kwestie van goed gestructureerd gezond verstand dus.