Annelien de Dijn is historicus en als hoogleraar verbonden aan de Universiteit Utrecht, waar ze een leerstoel politieke en intellectuele geschiedenis bekleedt. Haar onderzoek richt zich op de geschiedenis van het politieke denken in Europa en de Verenigde Staten van 1700 tot heden, en ze heeft ook een interesse in de oudheid en de Renaissance. Haar meest recente boek Vrijheid: een woelige geschiedenis (Alfabet Uitgevers) traceert de verschillende betekenissen van vrijheid van Herodotus tot heden en werd door de American Association of Publishers bekroond met de 2021 PROSE Prize in Philosophy.
Inleiding: een tweeslachtig concept
Tegenwoordig, aldus De Dijn, stellen mensen de meeste mensen vrijheid gelijk aan het bezit van onvervreemdbare rechten, die een privédomein afbakenen waarop geen enkele overheid inbreuk mag plegen. Maar is dit altijd zo geweest? En biedt deze blik op vrijheid , waarbij vrijheid afhangt van inperking van de staatsmacht echt de enige, of zelfs de meest natuurlijke kijk op wat het betekent vrij te zijn? En zo niet: hoe en waarom is onze opvatting over vrijheid dan veranderd?